Deel 1. (BWV 132). Het is advent, dus tijd voor serieuze vragen. God komt, en Hij komt naar onze wereld. Dus dan wordt de vraag prangend: Ben je er klaar voor, om hem te ontvangen? Wel, dan ga je natuurlijk gauw opruimen, wat krom is rechtzetten, de weg effenen: Bereitet die Wege, bereitet die Bahn, want Hij komt eraan! (Messias kömmt an, de slotzin van deze aria).

Aria voor sopraan, strijkers, hobo, continuo | BWV 132/1 |
---|---|
Bereitet die Wege, bereitet die Bahn! Bereitet die Wege und machet die Stege im Glauben und Leben dem Höchsten ganz eben, Messias kömmt an! | Bereid de wegen, bereid de baan! Bereid de wegen en maak de paden in geloof en leven voor de Allerhoogste geheel effen, De Messias komt eraan! |
Aria: Wer bist du? (bas)
Aria voor bas en continuo | BWV 132/3 |
---|---|
Wer bist du? Frage dein Gewissen, da wirst du sonder Heuchelei, ob du, o Mensch, falsch oder treu dein rechtes Urteil hören müssen. Wer bist du? Frage das Gesetze, das wird dir sagen, wer du bist, ein Kind des Zorns in Satans Netze, ein falsch und heuchlerischer Christ. | Wie ben jij? Vraag het je geweten, dan zul je zonder huichelarij je rechtvaardige oordeel moeten horen, of jij, o mens, vals of trouw bent. Wie ben jij? Vraag het de wet, die zal je zeggen wie je bent: een kind van de toorn in Satans net, een valse en huichelachtige christen. |

Maar wie zijt gij?
Wie zijt gij? Wer bist du. Dat is het vragende motief waarmee de bas komt aankloppen bij ons. de bas, dat is vaak Christus/God. Een verontrustende vraag ? 12x wordt de vraag herhaald. Wie ben jij? Alsof het verraad door de apostelen al voorvoeld wordt. Met wat voor mensen heb ik eigenlijk van doen? Ten diepste, als het erop aankomt… Zijn ze eigenlijk wel betrouwbaar? Wel, het antwoord dat er komt, is bepaald niet geweldig: Ein Kind des Zorns in Satans Netze, ein falsch, und heuchlerischen Christ…’ De muziek die Bach bij deze zin schrijft: ze is bijna net zo lelijk als de tekst.[note]Voor de liefhebber: de theologie die hier op de achtergrond actief is, is de typisch Lutherse tegenoverelkaarsteling van ‘Wet’ en ‘Evangelie’. Het eerste laat je je ‘zonde kennen’, modern gezegd: leert je inzien dat je als mens ten opzicht van God en je medemens ‘faalt’, het tweede zet je overdiend in de vrijheid, uit genade.[/note]
Ja, ik kan er ook niets aan doen. We zijn in de 18e eeuw. Toen zag men dat zo. Zo verwoordde men de condition humaine. En let wel: de mens die hier van z’n voetstuk valt is niet de ongelovige mens, maar de vrome christen! En hoe hard het oordeel ook is, en hoe vreselijk het klinkt – je moet het Franck nageven: hij brengt het wel klankrijk, beeldend, plastisch onder woorden in deze aria.
Afin, ik hoef niet negatief te eindigen. Dat doet Salomon Franck ook niet. Nadat hij de zelfgenoegzame mens in z’n hemd heeft gezet, vindt de ommekeer plaats. Op de aria volgt een recitatief. Groter contrast met de onrustige aria is niet denkbaar. De alt (deel 4) vertolkt de stem van de ziel. Hij/zij belijdt in alle eerlijkheid zijn falen, maar in haar belijdenis wordt hij gesteund, geschraagd, gedragen… door lang aangehouden akkoorden van de strijkinstrumenten – eigenlijk net zoals Bach later zal doen als Christus spreekt in de grote Passionen. Heel troostrijk, heel bemoedigend. En het hoeft dan ook niet te verwonderen dan in de laatste aria de ziel toch tot rust komt. Door het water van de doop, wordt zijn met schuld bevlekt kleed witgewassen in Christus’ bloed (om het nog eens met de oeroude symbooltaal van de kerk te zeggen, die vandaag de dag haast niet meer verstaan wordt). Of hetzelfde, nog mooier: met de woorden die Franck ook vast in gedachten had toen hij de laatste aria schreef: de profetie van de jonge Jesaja (hoofdstuk 1, vers 18) :
Al waren uw zonden als scharlaken,
zij zullen wit worden als sneeuw
al waren zij rood als karmozijn,
zij zullen worden als witte wol.
Aria voor bas en continuo | BWV 132/5 |
---|---|
Christi Glieder, ach bedenket, was der Heiland euch geschenket durch der Taufe reines Bad! Bei der Blut- und Wasserquelle werden eure Kleider helle, die befleckt von Missetat. Christus gab zum neuen Kleide roten Purpur, weiße Seide, diese sind der Christen Staat. | Lidmaten van Christus, bedenk toch, wat de Heiland u geschonken heeft door het zuivere bad van de doop! Bij deze bron van bloed en water worden uw kleren weer stralend wit, hoe vuil ze ook zijn door uw wangedrag. Christus gaf u voor uw nieuw kleren rood purper, witte zijde: Die staan een christen goed. |
Hieronder enkele pagina’s uit Franck’s Evangelisches Andachtsopfer, waarin deze cantate is opgenomen.