Zondag Trinitatis: er is meervoud in God

Godzijdank: de ban is opgeheven. Vanaf volgende week mogen we weer ‘in het echt’ samenkomen. Vandaag dus de laatste keer dat u het (enkel) met een online bezinning moet doen De zondag van de ‘Drievuldigheid’ : De hymne O Lux Beata Trinitas komt aan bod. Centraal staat echter een bezinning van Frans Van Looveren. Hij gaat in op de spanning die bestaat tussen ‘God dienen’ middels een fijne, goed verzorgde liturgie en ‘God dienen’ middels concreet sociaal engagement. Geen of/of, maar wat dan wel…?

Er is meervoud in God

Zondag Trinitatis (Drievuldigheidszondag) is traditioneel de afsluiting van de feestperiode van het kerkelijk jaar: een orgelpunt na Pasen en Pinksteren. Volgende week begint de schier eindeloze reeks van ‘zondagen doorheen het jaar’. Waarom dan die zondag wijden aan ‘de heilige Drievuldigheid’? Om de veelzijdigheid van de christelijke God recht te doen. Het leerstuk van de drie-eenheid wil ‘God’ namelijk helemaal niet definiëren, maar juist losmaken, ontgrenzen: God is niet enkelvoudig, simpel, monolitisch, nee: Er is meervoud in God. Als er iets is dat al die feesten ons hebben geleerd, dan wel dat God – als het erom gaat om ons te bereiken – God bijzonder creatief is. Soms is Hij ontzagwekkend, en voelen wij ons klein tegenover Hem. Maar op een ander moment kan Hij – maar u mag ook zij zeggen, ook hier laat God zich niet definiëren -tot ons komen in de vorm van een kwetsbaar kind dat een appèl op ons doet om barmhartig te zijn. Ook kan Hij gewoon mens-met-de mensen zijn en met ons op weg gaan, en ons aanspreken van terzijde, als een vriend, een metgezel. Maar pas op: ook in dat beeld laat Hij zich niet opsluiten: Hij kan onverwacht uit de hoek komen, en als een frisse wind door ons leven gaan waaien. Er is meervoud in God: Vader, Zoon en Geest. Drie (maar het getal is toeval) heel verschillende vormen van presentie, zijns- en verschijningswijzen, en toch wezenlijk één. En zo zijn we bij het lied van deze zondag: O Lux beata trinitas … Helemaal geen dogmatisch lied, maar een lofzang op het licht des Levens, dat van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat glans geeft aan ons bestaan.

O Lux beata Trinitas (William Byrd, 1575)

William Byrd, O Lux Beata Trinitas. Uit: Thomas Tallis & William Byrd, “Cantiones quae ab argumento sacrae vocantur”, nr. 12 (London 1575), opgedragen aan Queen Elizabeth I. Uitvoering: ALAMIRE o.lv. David Skinner. Het derde couplet is een ingenieuze canon (U kunt de partituur meevolgen in het filmpje).
O LUX beata Trinitas,
et principalis Unitas,
iam sol recedit igneus,
infunde lumen cordibus.
O zalig licht, Drievuldigheid,
die een in hart en wezen zijt,
de grote zon verzinkt in nacht,
o licht, houd in ons hart de wacht.
Te mane laudum carmine,
te deprecemur vespere:
te nostra supplex gloria
per cuncta laudet saecula.
U loven we in de dageraad,
U smeken wij des avonds laat,
geef dat ons lied uw lof verspreidt
van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Deo Patri sit gloria,
eiusque soli Filio,
cum Spiritu Paraclito,
et nunc, et in perpetuum.
Aan God de Vader zij de eer,
aan God de Zoon voor immermeer,
aan God de Geest die troost en leidt
zij lof nu en te allen tijd.
Oudkerkelijke avondhymne (pseudo-Ambroius). Het lied kreeg een vaste plaats op zondag Trinitatis., en in de zaterdagavondvespers tussen Pinksteren en Advent. Vertaling: J.W. Schulte Nordholt.

De Bijbel gaat open: De profeet Jesaja spreekt

Hoort het woord van Jahwe, gij leiders van Sodom,
luistert naar het onderricht van onze God, gij volk van Gomorra.
Wat heb Ik aan al uw offers? zegt Jahwe. Ik ben verzadigd
van de brandoffers van uw rammen en van het vet van uw mestkalveren.
Ik heb geen behagen in het bloed van stieren, lammeren en bokken.
Wie heeft u gevraagd mijn voorhoven plat te lopen
als gij komt om voor Mij te verschijnen?
Brengt Mij toch niet langer nutteloze meeloffers. Uw wierook is mij een gruwel.
Nieuwe maan, sabbat en feestvergadering:
feestvieren samen met onrecht kan Ik niet uitstaan.
Uw nieuwe maan, uw feest en, Ik ben ze hartgrondig beu,
zij zijn een last die Ik niet langer kan dragen.
Wanneer gij uw handen uitstrekt, sluit Ik mijn ogen voor u,
zelfs als gij uw gebeden vermenigvuldigt,
luister Ik niet naar u: uw handen zitten vol bloed.
Wast u, reinigt u! Uit mijn ogen met uw misdaden! Houdt op met kwaad doen.
Leert liever het goede te doen, betracht de rechtvaardigheid,
helpt de verdrukten, verschaft recht aan de wezen, verdedigt de weduwen.

Jesaja, hoofdstuk 1, vers 10-20

Community hymn singing in Westminster Abbey

60ste verjaardag van de kroning van Queen Elizabeth II (Westminster Abbey, 4 juni 2013.)
Lied: “Praise to the Lord, the Almighty, the King of creation” (Lof zij den Heer, de almachtige koning der ere – U Heer zij lof gebracht)

Meditatie: De profetische correctie

Als je dit filmpje bekijkt, dan moet je wel zeggen: hoe mooi. Kan het kleuriger? Kan het plechtiger? Die Britten weten toch wel hun tradities in ere te houden. Wat een pracht liturgie. En dan die samenzang, de hele massa zingend uit volle borst. Een dreunend orgel daarbij, mooie uniformen, sierlijk uitgedoste trompettisten, alles d’erop en d’eraan.

En dan zie ik plots tussen die aanwezigen David Cameron zitten, de premier van het Verenigd Koninkgrijk die Theresa May voorafging. En dan valt het mij ook op: al die mooi uitgedoste dames, al die uniformen, al die eretekens … hier is de Londense elite verzameld rond het koningshuis en het altaar. Afgestudeerden van Oxford, Cambridge of andere elite-instituten, met leidinggevende functies of mandaten. Nu, daar kan op zich niets tegen zijn. Maar zij zijn het ook wel die in het regeringsbeleid de armen, de daklozen, de werklozen, de vluchtelingen en andere categoriën van kanslozen zo goed als aan hun lot overlaten. Nergens in Europa is de kloof tussen arm en rijk zo groot als aan de overkant van de Noordzee. En dan krijg ik bij deze prachtige eredienst toch een gevoelen van vervreemding. Klopt dat allemaal wel?

Wie datzelfde gevoelen heeft, is in goed gezelschap. Niemand minder dan de profeten uit het Oude Testament hebben daarover hun kritische stem laten horen. De lezing hierboven uit het eerste hoofdstuk van de profeet Jesaja liegt er niet om. We kunnen zelfs spreken van een tegenstelling tussen de tempeldienst (de ‘levieten’) en de profetische traditie. Tussen haakjes, Jezus behoorde tot de tweede categorie. Ook zijn relatie met de tempeldienst van zijn tijd was allesbehalve rimpelloos. Het is uitgerekend de tempeldienst geweest die hem met goedkeuring van de Romeinse bezetter uit de weg heeft geruimd. Jeruzalem, Jeruzalem, dat zijn profeten doodt (Lucas 13,31-35) …

Waarom die tegenstelling? Het gaat hem niet om een ‘of/of verhaal’. Het gaat niet om ofwel de tempeldienst ofwel het sociaal engagement in het dagelijkse leven. Het betekent evenmin dat liturgie een bijkomstigheid is. En al evenmin dat het alleen maar op ‘de praktijk’ van het dagelijkse leven aankomt. Wel heeft de eredienst soms een permanente kritische tegenstem nodig die de liturgie ervoor behoedt om te verworden tot een zelfgenoegzame esthetiek. Anderzijds heeft ook het sociaal engagement de eredienst nodig. Jezus zelf ging ook geregeld naar de tempel of de synagoge om er te bidden.

Als wij vieren, dan vieren wij vreugden en verdriet rond Woord en sacrament. En dat bevestigt ons voor het leven na de viering. Het is de bedoeling dat wij ons ook laten aanspreken door het profetische woord uit de bijbel in het algemeen en van Jezus in het bijzonder. Soms klinkt dat woord hard. En verwijst het ons weer naar de problematische gang van zaken in het eigen leven, de samenleving, de politiek … Liturgie vieren betekent gezonden worden en daartoe de kracht krijgen.

In onze eigen Sint-Norbertuskerk zetten wij in op een hoogwaardige kwaliteitsvolle liturgie. En zo hoort het ook. Maar hoe kunnen wij aan dat andere belangrijke aspect werken? Doordat steeds meer mensen van op verdere afstand naar onze kerk komen, is het niet meer mogelijk om dat sociaal engagement plaatselijk territoriaal te organiseren. Het is aan de aanwezigen zelf om zich aan te sluiten bij de netwerken uit hun eigen woonomgeving. En daartoe de ‘drive’ te krijgen in Sint-Norbertus, in de liturgie.

Frans Van Looveren

God die leven hebt gegeven (Ad den Besten – Willem Vogel)

Uitvoerenden: Vocaal Ensemble Cantare o.l.v. Richard Vos; Hendrik Jan de Bie, orgel

De componist (Willem Vogel) schrijft over de melodie: ‘Een eenvoudige, vrolijke wijs, waarin een vocale en een enigszins instrumentale schrijfwijze elkaar afwisselen. Vocaal zou ik willen noemen de eerste drie regeltjes en de laatste regel; instrumentaal meer ‘uit de vingers geschreven’: de vierde en vijfde regel. De eerste twee regeltjes beantwoorden elkaar en geven tevens de ambitus (omvang) van de melodie aan.’ De dichter (Ad den Besten) schrijft dat hij de tekst geschreven heeft met in zijn hoofd de melodie van het volkse oogstlied: ‘Sikkels blinken, sikkels klinken / ruisend valt het graan’. Hij merkt op: Het mag dus ook op deze wijze gezongen worden, — maar dan bij voorkeur niet in de kerk. (Compendium, kolom 790-791)

God die leven
hebt gegeven
in der aarde schoot,
alle vrucht der velden
moeten we u vergelden, —
dank voor ‘t dagelijks brood.

Niet voor schuren,
die niet duren
gaaft gij vruchtbaarheid,
maar opdat op aarde,
in uw goede gaarde,
niemand honger lijdt.

Maar wij rijken,
ach wij blijken
hard en onverstoord.
Open onze oren,
Heer opdat wij horen
‘t roepen aan de poort.

Wil dan geven
dat ons leven
zelf ook vruchtbaar zij.
Laat in goede daden
‘t woord van uw genade
opgaan, sterk en vrij.


O Lux beata trinitas (Ko Matsushita, 2006) 

Nogmaals de oud-kerkelijke hymne: O Lux, beata Trinitas: zelfde tekst, andere muziek.

Vox Gaudiosa, o.l.v. de componist: Ko Matsushita (*1962).

Het japanse kamerkoor Vox Gaudiosa (Tokyo) zingt van Renaissance tot hedendaagse muziek, voornamelijk a capella. East and West meet. In 2011 won dit koor de Grand Prix van het koorfestival in Arezzo .