Adventscantates uit Weimar

Vier adventscantates uit Weimar (‘de jonge Bach’, solisten en mini-orkest).

In Leipzig was de advent een tempus clausum, d.w.z. : er klonk geen kerkmuziek, enkel tijdens de eerste advent. In Weimar daarentegen (1714-1717) heeft Bach wel adventscantates geschreven, en ze zijn bijzonder fraai. En gelukkig zijn de cantates die Bach niet kon recycleren in Leipzig toch bewaard… , omdat Bach ze later heeft omgewerkt, uitgebreid (met recitatieven, een extra koraal of…) en toegepast op de laatste periode van het kerkelijk jaar: De eeuwigheidszondagen, waarin men de ‘komst van de Messias’ verwacht (zoals in Advent), maar dan in heerlijkheid. Ze staan in de lijst met BWV’s aangeduid met een ‘a’ achter het nummer. Dat betekent dus niet dat ze afgeleide werken zijn, on the contrary: het zijn de originelen! Hier hebt u er vier…

De Himmelsburg

Hier een afbeelding van de slotkapel. Een vrij kleine hoge ruimte, met speciaal bovenin gecreërde ruimte voor de musici. In het midden een zuil (met afbeelding van Jezus die zijn apostelen de wereld in zendt, en verder putti die opstijgen naar de hemel of neerdalen op aarde, quasi Jacobsladder…) Onderaan het altaar, met vier pilaren baldakijn. Daarboven de kansel. Samen weerspiegelt dit het Lutherse ideaal van de drievoudige vorm die het ‘Woord’ kan aannemen: brood/wijn, verkondigde woord, gemusiceerde woord.

Meine Seel’ auf Rosen geht

Een zin uit strofe 33 van het 34-strofige lied over Jezus Lijden. Jesu Leiden, Pein und Tod…

Bijv. in BWV182. Weer zo’n mystieke (betekenis-dikke) tekst. Ook in het koraal. Meine Seele auf Rosen geht. De mooie vertaling van Ria van Hengel dat mijn ziel ‘dolgelukkig’ is, zal wel correct zijn, maar offert de ‘hypertext’ die deze zin kenmerkt op, nl. de verwijzing naar het Hooglied, hoofdstuk 2: 1,2 en 16. Hier betreft de klassieke allegorische uitleg de rozen/doornen, incl. het ‘weiden temidden van de rozen’ op Christus die de doornenkroon moet dragen: Hij de doornen van de hellepijn, wij de welriekende bloemen van het paradijs.

Ich bin eine Blume zu Saron und eine Rose im Tal.
Wie eine Rose unter den Dornen,
so ist meine Freundin unter den Töchtern.
Mein Freund ist mein,
und ich bin sein, der unter Rosen weidet.

Slim als een slang, puur als een duif

Het leesrooster (a-jaar: Mattheüs) bepaalt ons op de eerste zondagen na de corona-sluiting bij de uitzending van de discipelen door Jezus. Ze moeten erop uit ‘de wereld in’. Hoofdstuk 10 van Mattheüs is de ‘briefing’ die ze van Jezus kregen: do’s and don’t’s zal ik maar zeggen.

Mattheüs 10: Non anxious presence

Non-anxious presence… Zo omschreef de protestantse dominee van de Brabantse Olijfberg de kernhouding. De briefing zelf is zeer nuchter, om niet te zeggen: ont-nuchterend. Jezus voorspelt geen succes. Hij spiegelt ze niet van alles en nog wat voor. Neen: Zijn gezanten zullen de weg gaan die Hij ook gegaan is… Zo heer, zo knecht… In die weg doorheen de wereld zullen dus elementen zijn van een kruisweg. Ieder die het simpeler voorstelt dan het is, is een leugenaar. Maar die weg leidt wel ten leven… het is Pasen geweest, Pinksteren geworden, een nieuw begin. Leven in de geest van Christus…Midden in de wereld. Non-anxious presence. Ook tijdens de corona-crisis. En ook erna. Zo – onbevreesd, vertrouwensvol, open – in de wereld aanwezig zijn, dat is ‘kerk-zijn’.

Zie, Ik zend u als schapen midden onder de wolven; weest dan slim als een slang en puur als een duif.

Mattheüs 10, vers16

Homilie : de kerk, niet wereldvreemd en niet van de wereld

Non-anxious present zijn in de wereld, gewoon. Er-zijn. Niet bang zijn, niet benauwd.. het leven delen met de mensen, met elkaar: mee-leven mee-lijden, mee-vieren…. ruimhartig. En zo wordt de wereld ‘menselijker’ en wij ook… meer mens. Maar kan dat eigenlijk wel? Zo in de wereld aanwezig zijn, Zo zonder reserve, vol overgave, open…, ruimhartig. Dat is toch vragen om ellende. De wereld zit daar bepaald niet op te wachten. Beetje naïef. Ja, dat weet Jezus natuurlijk ook wel.

Zie ik zend u als schapen midden onder de wolven…

De ‘wereld’ is geen onge­vaarlij­ke plaats.Het zit er vol wolven. En wolven zijn gevaarlijk. Geen ‘wolf-romantiek’ in de bijbel: à la de vereniging Welkom Wolf … die gisteren berichtte dat wolf Billy’ – na een ongeval op de Turnhoutse ring, weer soepel dravend is gespot in de wijde omgeving van Turnhout. Wolf Billy dook begin juni voor het eerst op toen hij twee schapen doodbeet in Duffel. Later doodde hij ook een koe in Berlaar. All animals are equal, but some are more equal than others. ‘Do sheep-or cow-lives matter?

Nu is dat natuurlijk een beeld. Wat/wie worden hier met ‘de wolven’ bedoeld? Dat wordt in het vervolg van de briefing ingevuld: Dat zijn de machthebbers – mensen die jouw leven raken kunnen, maken kunnen… breken kunnen Eerst nabije mensen, het eigen volk eerst, dan van de andere volkeren. U ziet hoe hier de weg van de christenen gewoon de weg van de Christus volgt. Nu, daar ga ik het niet over hebben. Voor je het weet ga je je als kerk weer in een slachtofferrol wentelen… “Oh, oh, wat is die wereld toch slecht daarbuiten. Ze moeten ons niet…”

En je kruipt knus bij elkaar. Dat kan niet: Zie ik zend u…

We moeten ons niet terugtrekken uit de wereld, maar ernaartoe gaan, erin leven, non-anxious… ookal zijn er wolven. Trouwens: De wereld is niet buiten ons, maar in ons. En ze is niet slecht, d.w.z. niet slechter dan wij zelf zijn. Daar zijn goede mensen tussen, en slechte, de meeste zijn een mengeling van beide.Gevaarlijk zijn diegenen die zich voordoen als goed, maar het niet zijn… Wolven in schaapskleren . Ze zien er gewoon uit zoals u en ik, maar pas op, als ze zich dan ook nog de allures gaan aanmeten van herders: goede herders zelfs, die zich wel even over je zullen ontfermen: Follow the leader.

Wolven in herdersmantel zal ik maar zeggen…

Ik zou zeggen: Hoed u voor herders die een hemel op aarde beloven, een paradijs voor ziel en lichaam, zonder dat het u iets kost. Je hoeft enkel maar achter iemand aan te hobbelen… Dat kan niet.

Als de vos de passie de preekt, boer pas op uw kippen.

Volgens aloud bijbels besef is er geen directe weg naar het paradijs. Er staat een engel voor. Een gebroken werkelijkheid is ons deel…of we het nu leuk vinden of niet. Onvolmaakt is ons bestaan… en elk leven zal gaan met vallen en opstaan.. Mensen, leiders (van welke snit dan ook) die anders beweren, die de dingen zwart-wit voorstellen, met simpele oplossingen komen, die zijn niet te betrou­wen. We houden er beter rekening mee.

Maar… : Hoe blijf je in zo’n wereld overeind, als schaap midden onder wolven?

Non-anxious presence , mooi, maar word je dan niet binnen de kortste keren onder de voeten gelopen, gekwetst, doodgebeten… een makkelijke prooi.Welnu, volgens Jezus hoeft dat niet (tweede deel van vers 16): Je moet namelijk in de wereld aanwezig zijn… niet bang, benauwd, angstig… inderdaad…maar tegelijkertijd wel degelijk: slim als een slang puur als een duif…

Wees listig, verstandig, slim als een slang, en blijf onderwijl toch – tegelijk -onbedorven, puur als een duif. Hoe kan dat nou? Tegelijk. Beide dieren, slang en duif, roepen tegengestelde ge­voelens op: een slang zaait toch dood en verderf (en niet alleen in het paradijs), terwijl de duif bode is van vrede en hoop (De ark van Noach). Hoe kun je listig, slim zijn, als een slang en tegelijk de onbedorven puurheid van een witte duif bewaren? Wij zijn geneigd om te zeggen: Het is het één of het ander. Je bent of slim en gewiekst in je omgang met de wereld… en dan verlies je noodza­kelijker­wijs je reinheid… Of je kiest ervoor puur, rein en onbedorven te zijn, en dan bemoei je je het best nìet met de wereld, dan moet je je te­rug­trekken… in een commune van gelijkgezinden gaan wonen, in een klooster intreden of een kluizenaarshut betrekken midden in de woestijn. Toch moet Jezus de samenvoeging van deze twee symbooldieren als zinvol hebben beschouwd: slim als een slang, puur als een duif.

Sterker nog: ze samenhouden, tegelijk, alle twee zijn, is juist het gebod van Jezus.

Als we voor het gemak de helft maar vergeten is dat ongehoor­zaam­heid.. aan onze Heer: Dat wil dus zeggen:

  • a. Alles op puurheid, reinheid, zuiverheid zetten is zonde, is sectarisch.
  • b. Alles verwach­ten van slimheid en tactiek, om te overleven is echter ook fout. een kwaal waar de kerk als instituut nog al eens aan heeft geleden.

Hoe kom je echter uit dit dilemma? Hoe hou je ze bij elkaar ? Hoe zeil je tussen deze beide klippen door ? Ik denk dat we dan opnieuw eens moeten kijken naar de leidsman en voleinder des geloofs, onze Heer. Ook hierin is hij ons voor­gegaan, en hoeven wij alleen maar hem te volgen.

De puurheid, de eenvoud, de zuiverheid van de duif, de vrede­bode: Die doortrekt zijn wezen: Hoe hij omgaat met mensen bijv. de woorden die hij spreekt, de daden die Hij doet, de tekenen die Hij opricht: Het is pure concentratie op het ENE, de vrede, het heil, de genezing, het oprichten, Altijd heeft hij het welzijn van de mens op het oog. In leven en sterven is deze puurheid, dit enkelvoudige, ondubbelzinnige streven zichtbaar. De puurheid van de vredesduif straalt eraf…

Tegelijk is Jezus geen wereldvreemde, zwevende idealist, die met zijn hoofd in de wolken wandelt. Integendeel: Jezus gaat zeer ‘verstan­dig’ om met de mensen, slim. Hij weet te zwijgen op zijn tijd. Hij weet wanneer hij ingaan moet op vragen van mensen, en wanneer niet. Hij reageert niet overal, altijd hetzelfde. Het is niet zo dat hij als een grammofoonplaat overal hetzelfde verhaaltje vertelt. Neen: heel flexibel, heel wendbaar is hij in zijn ontmoetin­gen. Een vraag van een benauwde vader beantwoordt hij heel anders dan de vraag van een rijke zelfbewuste jongeling.De ene keer antwoordt hij rechtstreeks, de andere keer vertelt hij een verhaal, een volgende keer zwijgt hij en kijkt enkel maar… (overspelige vrouw). Heel vaak speelt hij een vraag terug…. Als hij spreekt of handelt, peilt hij wie daar tegen­over hem stond, wat diens bedoeling was, wat hem of haar be­woog, waar de eigenlijke nood, vraag zit. Soms zelfs inderdaad bijna zoals een slang zijn slachtoffer fixeert. En dan pas rea­geert hij: Hier is de ‘slim­heid van de slang’, aan het werk.

Niet in de vorm van enkel tactiek, of diploma­tie, neen, in dienst van de eenvoud, de vredesmissie die hij heeft… Om de boodschap des vredes over te brengen, moet je goed weten wat je doet, wat je zegt, wat je zwijgt… hoe je het doet en vooral ook, hoe niet. Moet je kunnen luisteren. Deze omzichtigheid mag natuurlijk geen een leugenachtige tactiek worden… Dan zou de ‘puurheid’ van de duif verdwenen zijn… Een slimheid, verstandigheid die de boodschap aanpast aan de verwachting en verlangens van de mens (verkoop­techniek), reclamejongens, loopt gevaar de boodschap die zij wil overbrengen te ‘verraden’.

Als je bijvoorbeeld uit tactische overwegingen de ergernis en de ernst uit het evangelie verwij­dert, dan heeft de slang de duif ver­slon­den en wordt Christus opnieuw gekruisigd…

En omgekeerd: als je alles zet op puurheid, onbedorvenheid, zuiverheid… en je geen rekening houdt met de rommelige staat, ja soms wanhopige situatie, waarin veel mensenlevens zich bevinden, dan verraad je Christus op een andere manier:

Dan ontken je eigenlijk de ‘volkomen mens-wording’ van Christus.

Dat was ook geen tactische maatregel van God, maar een blijk van èchte betrokkenheid op ons leven, een ingaan in de com­plexe, gebroken, weerstrevende werkelijk­heid van het menselijk leven. Daarvoor is veel verstand nodig, inzicht… tot in de diepte van het mensenhart. Zonder deze ‘slangenhouding’ is de vredesduif een simpele prooi voor wolven in schaapskleren of herdersman­tels… Maar zonder een constante reminder dat het uiteindelijk gaat om een vredesmissie, om ‘met mensen mens te worden’… mist ook de meest slim opgezette evangelisatie-campagne of kerkhervorming haar doel.

“Zie, Ik zend u als schapen midden onder de wolven; weest dan slim als slangen en puur als duiven.” Alle twee tegelijk. En als u dat doet, maak u dan ook niet bezorgd, wat je moet zeggen of doen: het zal u gegeven worden.

Muziek: Pachelbel, Canon in D (een canon op een ground)

Voorbeden

Vanuit een wereld,
Waar in eindeloos getwitter mensen langs elkaar heenpraten,
Niet luisteren, maar steeds harder roepen,
zich verschansen in eigen gelijk, afgeven op de ander…
Vanuit die wereld, waartoe ook wij behoren,
Bidden wij, tot u… en vragen om meer aandacht…
voor elkaar, voor de dingen,
voor het kleine, onaanzienlijke,
het stille, het breekbare
het onuitspreekbare, het menselijke…

Wij bidden
voor de kinderen die in deze chaotische tijden opgroeien.
Spelenderwijs willen ze het leven leren…
Bescherm hen tegen geweld en beschadiging.
voor mensen die op drift zijn, zonder huis, zonder haard,
… die de kluts kwijt zijn, van ellende niet meer weten welke kant het op moet.
voor mensen die het leven als een last ervaren, zwaar, soms te zwaar, om te dragen.
voor mensen die ziek zijn, die een geliefde verloren hebben, die eenzaam zijn…

Voor hen, voor onszelf bidden wij: Heer, ontferm U.

Zondag Trinitatis: er is meervoud in God

Godzijdank: de ban is opgeheven. Vanaf volgende week mogen we weer ‘in het echt’ samenkomen. Vandaag dus de laatste keer dat u het (enkel) met een online bezinning moet doen De zondag van de ‘Drievuldigheid’ : De hymne O Lux Beata Trinitas komt aan bod. Centraal staat echter een bezinning van Frans Van Looveren. Hij gaat in op de spanning die bestaat tussen ‘God dienen’ middels een fijne, goed verzorgde liturgie en ‘God dienen’ middels concreet sociaal engagement. Geen of/of, maar wat dan wel…?

Er is meervoud in God

Zondag Trinitatis (Drievuldigheidszondag) is traditioneel de afsluiting van de feestperiode van het kerkelijk jaar: een orgelpunt na Pasen en Pinksteren. Volgende week begint de schier eindeloze reeks van ‘zondagen doorheen het jaar’. Waarom dan die zondag wijden aan ‘de heilige Drievuldigheid’? Om de veelzijdigheid van de christelijke God recht te doen. Het leerstuk van de drie-eenheid wil ‘God’ namelijk helemaal niet definiëren, maar juist losmaken, ontgrenzen: God is niet enkelvoudig, simpel, monolitisch, nee: Er is meervoud in God. Als er iets is dat al die feesten ons hebben geleerd, dan wel dat God – als het erom gaat om ons te bereiken – God bijzonder creatief is. Soms is Hij ontzagwekkend, en voelen wij ons klein tegenover Hem. Maar op een ander moment kan Hij – maar u mag ook zij zeggen, ook hier laat God zich niet definiëren -tot ons komen in de vorm van een kwetsbaar kind dat een appèl op ons doet om barmhartig te zijn. Ook kan Hij gewoon mens-met-de mensen zijn en met ons op weg gaan, en ons aanspreken van terzijde, als een vriend, een metgezel. Maar pas op: ook in dat beeld laat Hij zich niet opsluiten: Hij kan onverwacht uit de hoek komen, en als een frisse wind door ons leven gaan waaien. Er is meervoud in God: Vader, Zoon en Geest. Drie (maar het getal is toeval) heel verschillende vormen van presentie, zijns- en verschijningswijzen, en toch wezenlijk één. En zo zijn we bij het lied van deze zondag: O Lux beata trinitas … Helemaal geen dogmatisch lied, maar een lofzang op het licht des Levens, dat van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat glans geeft aan ons bestaan.

O Lux beata Trinitas (William Byrd, 1575)

William Byrd, O Lux Beata Trinitas. Uit: Thomas Tallis & William Byrd, “Cantiones quae ab argumento sacrae vocantur”, nr. 12 (London 1575), opgedragen aan Queen Elizabeth I. Uitvoering: ALAMIRE o.lv. David Skinner. Het derde couplet is een ingenieuze canon (U kunt de partituur meevolgen in het filmpje).
O LUX beata Trinitas,
et principalis Unitas,
iam sol recedit igneus,
infunde lumen cordibus.
O zalig licht, Drievuldigheid,
die een in hart en wezen zijt,
de grote zon verzinkt in nacht,
o licht, houd in ons hart de wacht.
Te mane laudum carmine,
te deprecemur vespere:
te nostra supplex gloria
per cuncta laudet saecula.
U loven we in de dageraad,
U smeken wij des avonds laat,
geef dat ons lied uw lof verspreidt
van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Deo Patri sit gloria,
eiusque soli Filio,
cum Spiritu Paraclito,
et nunc, et in perpetuum.
Aan God de Vader zij de eer,
aan God de Zoon voor immermeer,
aan God de Geest die troost en leidt
zij lof nu en te allen tijd.
Oudkerkelijke avondhymne (pseudo-Ambroius). Het lied kreeg een vaste plaats op zondag Trinitatis., en in de zaterdagavondvespers tussen Pinksteren en Advent. Vertaling: J.W. Schulte Nordholt.

De Bijbel gaat open: De profeet Jesaja spreekt

Hoort het woord van Jahwe, gij leiders van Sodom,
luistert naar het onderricht van onze God, gij volk van Gomorra.
Wat heb Ik aan al uw offers? zegt Jahwe. Ik ben verzadigd
van de brandoffers van uw rammen en van het vet van uw mestkalveren.
Ik heb geen behagen in het bloed van stieren, lammeren en bokken.
Wie heeft u gevraagd mijn voorhoven plat te lopen
als gij komt om voor Mij te verschijnen?
Brengt Mij toch niet langer nutteloze meeloffers. Uw wierook is mij een gruwel.
Nieuwe maan, sabbat en feestvergadering:
feestvieren samen met onrecht kan Ik niet uitstaan.
Uw nieuwe maan, uw feest en, Ik ben ze hartgrondig beu,
zij zijn een last die Ik niet langer kan dragen.
Wanneer gij uw handen uitstrekt, sluit Ik mijn ogen voor u,
zelfs als gij uw gebeden vermenigvuldigt,
luister Ik niet naar u: uw handen zitten vol bloed.
Wast u, reinigt u! Uit mijn ogen met uw misdaden! Houdt op met kwaad doen.
Leert liever het goede te doen, betracht de rechtvaardigheid,
helpt de verdrukten, verschaft recht aan de wezen, verdedigt de weduwen.

Jesaja, hoofdstuk 1, vers 10-20

Community hymn singing in Westminster Abbey

60ste verjaardag van de kroning van Queen Elizabeth II (Westminster Abbey, 4 juni 2013.)
Lied: “Praise to the Lord, the Almighty, the King of creation” (Lof zij den Heer, de almachtige koning der ere – U Heer zij lof gebracht)

Meditatie: De profetische correctie

Als je dit filmpje bekijkt, dan moet je wel zeggen: hoe mooi. Kan het kleuriger? Kan het plechtiger? Die Britten weten toch wel hun tradities in ere te houden. Wat een pracht liturgie. En dan die samenzang, de hele massa zingend uit volle borst. Een dreunend orgel daarbij, mooie uniformen, sierlijk uitgedoste trompettisten, alles d’erop en d’eraan.

En dan zie ik plots tussen die aanwezigen David Cameron zitten, de premier van het Verenigd Koninkgrijk die Theresa May voorafging. En dan valt het mij ook op: al die mooi uitgedoste dames, al die uniformen, al die eretekens … hier is de Londense elite verzameld rond het koningshuis en het altaar. Afgestudeerden van Oxford, Cambridge of andere elite-instituten, met leidinggevende functies of mandaten. Nu, daar kan op zich niets tegen zijn. Maar zij zijn het ook wel die in het regeringsbeleid de armen, de daklozen, de werklozen, de vluchtelingen en andere categoriën van kanslozen zo goed als aan hun lot overlaten. Nergens in Europa is de kloof tussen arm en rijk zo groot als aan de overkant van de Noordzee. En dan krijg ik bij deze prachtige eredienst toch een gevoelen van vervreemding. Klopt dat allemaal wel?

Wie datzelfde gevoelen heeft, is in goed gezelschap. Niemand minder dan de profeten uit het Oude Testament hebben daarover hun kritische stem laten horen. De lezing hierboven uit het eerste hoofdstuk van de profeet Jesaja liegt er niet om. We kunnen zelfs spreken van een tegenstelling tussen de tempeldienst (de ‘levieten’) en de profetische traditie. Tussen haakjes, Jezus behoorde tot de tweede categorie. Ook zijn relatie met de tempeldienst van zijn tijd was allesbehalve rimpelloos. Het is uitgerekend de tempeldienst geweest die hem met goedkeuring van de Romeinse bezetter uit de weg heeft geruimd. Jeruzalem, Jeruzalem, dat zijn profeten doodt (Lucas 13,31-35) …

Waarom die tegenstelling? Het gaat hem niet om een ‘of/of verhaal’. Het gaat niet om ofwel de tempeldienst ofwel het sociaal engagement in het dagelijkse leven. Het betekent evenmin dat liturgie een bijkomstigheid is. En al evenmin dat het alleen maar op ‘de praktijk’ van het dagelijkse leven aankomt. Wel heeft de eredienst soms een permanente kritische tegenstem nodig die de liturgie ervoor behoedt om te verworden tot een zelfgenoegzame esthetiek. Anderzijds heeft ook het sociaal engagement de eredienst nodig. Jezus zelf ging ook geregeld naar de tempel of de synagoge om er te bidden.

Als wij vieren, dan vieren wij vreugden en verdriet rond Woord en sacrament. En dat bevestigt ons voor het leven na de viering. Het is de bedoeling dat wij ons ook laten aanspreken door het profetische woord uit de bijbel in het algemeen en van Jezus in het bijzonder. Soms klinkt dat woord hard. En verwijst het ons weer naar de problematische gang van zaken in het eigen leven, de samenleving, de politiek … Liturgie vieren betekent gezonden worden en daartoe de kracht krijgen.

In onze eigen Sint-Norbertuskerk zetten wij in op een hoogwaardige kwaliteitsvolle liturgie. En zo hoort het ook. Maar hoe kunnen wij aan dat andere belangrijke aspect werken? Doordat steeds meer mensen van op verdere afstand naar onze kerk komen, is het niet meer mogelijk om dat sociaal engagement plaatselijk territoriaal te organiseren. Het is aan de aanwezigen zelf om zich aan te sluiten bij de netwerken uit hun eigen woonomgeving. En daartoe de ‘drive’ te krijgen in Sint-Norbertus, in de liturgie.

Frans Van Looveren

God die leven hebt gegeven (Ad den Besten – Willem Vogel)

Uitvoerenden: Vocaal Ensemble Cantare o.l.v. Richard Vos; Hendrik Jan de Bie, orgel

De componist (Willem Vogel) schrijft over de melodie: ‘Een eenvoudige, vrolijke wijs, waarin een vocale en een enigszins instrumentale schrijfwijze elkaar afwisselen. Vocaal zou ik willen noemen de eerste drie regeltjes en de laatste regel; instrumentaal meer ‘uit de vingers geschreven’: de vierde en vijfde regel. De eerste twee regeltjes beantwoorden elkaar en geven tevens de ambitus (omvang) van de melodie aan.’ De dichter (Ad den Besten) schrijft dat hij de tekst geschreven heeft met in zijn hoofd de melodie van het volkse oogstlied: ‘Sikkels blinken, sikkels klinken / ruisend valt het graan’. Hij merkt op: Het mag dus ook op deze wijze gezongen worden, — maar dan bij voorkeur niet in de kerk. (Compendium, kolom 790-791)

God die leven
hebt gegeven
in der aarde schoot,
alle vrucht der velden
moeten we u vergelden, —
dank voor ‘t dagelijks brood.

Niet voor schuren,
die niet duren
gaaft gij vruchtbaarheid,
maar opdat op aarde,
in uw goede gaarde,
niemand honger lijdt.

Maar wij rijken,
ach wij blijken
hard en onverstoord.
Open onze oren,
Heer opdat wij horen
‘t roepen aan de poort.

Wil dan geven
dat ons leven
zelf ook vruchtbaar zij.
Laat in goede daden
‘t woord van uw genade
opgaan, sterk en vrij.


O Lux beata trinitas (Ko Matsushita, 2006) 

Nogmaals de oud-kerkelijke hymne: O Lux, beata Trinitas: zelfde tekst, andere muziek.

Vox Gaudiosa, o.l.v. de componist: Ko Matsushita (*1962).

Het japanse kamerkoor Vox Gaudiosa (Tokyo) zingt van Renaissance tot hedendaagse muziek, voornamelijk a capella. East and West meet. In 2011 won dit koor de Grand Prix van het koorfestival in Arezzo .

In dir ist Freude (Gastoldi en Lindemann)

In dir ist Freude / Geest van hierboven

Giovanni Gastoldi componeerde en publiceerde in 1591 het amoureuze dansliedje ‘O Lieta vita’ ( Baletti a cinque voci… per cantare, sonare e ballare… om te zingen, spelen en dansen.) Het werd een echte hit, 4 eeuwen geleden. Ieder land en iedere taal deed er het zijne mee. Het Italiaanse origineel is een loflied op de Liefde (Amor) die ons uitnodigt tot een ‘vreugdevol leven’ (lieta vita). Ook de kerk wilde de aanstekelijke melodie niet links laten liggen. Nicolaus Lindemann dichtte het ernstig-opgewekte lied: ‘In dir ist Freude / in allem Leide, O du süsser Jesu Christ!’ (in Amorum Filii Dei Decades Duae (3 delen: Erfurt, 1594, 1596, 1598 – vol religieuze contrafacten van Italiaanse madrigalen). Dit was toen dus een modern geestelijk liedje. Ook hier is Romeinen 8 prominent aanwezig. Dit lied werd in Duitsland een klassieker. Bachs koraalbewerking uit het Orgelbüchlein is zeer bekend èn geliefd.

Eind jaren 1960 gaf de liedboekcommissie in Nederland Muus Jacobse de opdracht om het lied van Lindemann te bewerken voor het Nieuwe Lieboek (1973). Een bewerking lukte niet,. Een lied kwam er echter bijna vanzelf uit… Het is een topper geworden, ‘Geest van hierboven, leer ons geloven, hopen, liefhebben door uw kracht’ (Liedboek gezang 477 / Zingt Jubilate 433). Het eerste couplet klnkt nu als een Pinksterlied, maar zeker in het tweede couplet klinkt nog steeds de krachtige belijdenis van Paulus door uit Romeinen 8.

De uitvoering vindt plaats in een oecumenische viering ter ere van het Lutherjaar (2017) in Nürnberg. Lastig zingen, zo’n dansliedje met een volle kerk en royale akoustiek, maar met een goed koor en Cappela della Torre op period instruments kom je een heel eind.

Tekst: Duits-Nederlands

In dir ist Freude
in allem Leide,
O du süsser Jesu Christ!
durch dich wir habben
himmlische Gaben,
der du wahrer Heiland bist:
Hilfest von Schanden,
rettest von banden;
wer dir vertrauet,
hat wohl gebauet,
wird ewig bleiben.
Halleluja.
Zu deiner Güte
steht unser Gmüte,
An dir wir kleben
in tod und Leben,
nichts kann uns scheiden.
Halleluja
Geest van hierboven,
leer ons geloven,
hopen, liefhebben door uw kracht!
Hemelse Vrede,
deel U nu mede
aan een wereld die U verwacht!
Wij mogen zingen
van grote dingen,
als wij ontvangen
al ons verlangen,
met Christus opgestaan.
Halleluja !
Eeuwigheidsleven
zal Hij ons geven,
als wij herboren
Hem toebehoren,
die ons is voorgegaan.
Halleluja !
 Wenn wir Dich haben,
kann uns nicht schaden
Teufel, Welt, Sünd oder Tod;
Du hast’s in Händen,
kannst alles wenden,
wie nur heißen mag die Not.
Drum wir Dich ehren,
Dein Lob vermehren
mit hellem Schalle,
freuen uns alle
zu dieser Stunde.
Halleluja!
Wir jubilieren
und triumphieren,
lieben und loben
Dein Macht dort droben
mit Herz und Munde.
Halleluja.
Wat kan ons schaden,
wat van U scheiden,
Liefde die ons hebt liefgehad ?
Niets is ten kwade,
wat wij ook lijden,
Gij houdt ons bij de hand gevat.
Gij hebt de zege
voor ons verkregen,
Gij zult op aarde
de macht aanvaarden
en onze koning zijn.
Halleluja !
Gij, onze Here,
doet triomferen
die naar U heten
en in U weten,
dat wij Gods zonen zijn.
Halleluja !

Geniet van het leven dat God u geeft…

Rowland – Lord Willoughby

De melodie/het lied

Eén van de bekendste melodieën uit het Engeland van Queen Elisabeth, is de melodie van een ballade Lord Willoughby’s Welcome Home. Lord Willoughby [over hem kunt hieronder meer lezen] had bij Bergen op Zoom de Spaanse troepen van Farnese teruggeslagen (1588) en werd het jaar daarna als held ontvangen in London: NB: zulk een ‘home-coming” was een officiële ceremoniële happening. Daar horen dus feestelijkheden bij, zoals een uitgebreid lied waarin z’n heldendaden worden bezongen. De melodie sloeg in en werd vooral bekend als Rowland (n.a.v. een klucht (‘jig’ in het Engels) waarin Rowland één van de protagonisten is: Rowland and the Sexton (=koster). Klavecinisten en luitenisten kennen de melodie. John Dowland heeft ‘m bewerkt (2x – voor luit, de tweede versie voor luit-duo), er is een fraaie zetting + variaties van William Byrd (BK7). Deze staat zowel in het bekende Fitzwilliam Virginal Book (no. 160: titel ‘Rowland’) als in Lady Nevell’s Book (no. 33: Lord Willobies Welcome Home’). Het is waarschijnlijk vooral het gebruik in de klucht dat ervoor zorgde dat de melodie ook populair werd on the continent, m.n. in Nederland en Duitsland. Sterker nog: Men kent de klucht (of een deel ervan) enkel omdat de Duitse versie is overgeleverd: Oh, Nachbar lieber Robert, mein Herz ist voller Pein… zo begint die klucht (= het lied Rowland) . Het hoeft dus niet te verbazen dat u de melodie ook tegenkomt in Ludi Musici van Samuel Scheidt (Canzon XXVII super “O Nachbar Roland). Tijd voor muziek:

William Byrd, Rowland Lord Willobies welcome home

Ik heb wat achtergrondinfo verzameld en bij de geluidsopname van William Byrd’s variaties op dit thema gezet.

Ook fans van Sting kennen de tune (gitaar/luitversie van John Dowland). [ lees verder onder de youtubelink]

John Dowland & Sting: My Lord Willoughby’s Welcome Home

Samuel Scheidt: O Nachbar Roland

Uit de bundel Ludi Musici is er een ‘canzon’ gebaseerd op de melodie “O Nachbar Roland” met deze titel: (Canzon XXVIII super O Nachbar Roland). U herkent de melodie meteen. Hier twee uitvoeringen. Eén door snaar- de andere door blaas-instrumenten.

Versie voor gamba-consort
Les Sacqboutiers

Wie was Willoughby?

Lord Willoughby (voluit: Peregrine Bertie, 13th Baron Willoughby de Eresby (12 oktober 1555 – 25 juni 1601) was de rechterhand van Robert Dudley, Count of Leicester, die door Queen Elisabeth naar de Nederlanden was afgevaardigd om militaire steun te verlenen aan de Opstand tegen de ‘Spanjaarden’. Als Leicester in 1587 wordt teruggeroepen naar Engeland, wordt Willoughby opperbevelhebben van de Engelse troepen. In Zutphen lijdt hij nog een nederlaag, maar in 1588 weet hij de opmars van Alexander Farnese ( uweetwel: Val van Antwerpen 1585) te stuiten bij het vestingstadje Bergen op Zoom. Geen geringe prestatie, een knap staaltje militair vakmanschap, en een cruciale gebeurtenis in wat wij de ’80-jarige oorlog noemen. Deze overwinning wordt in de originele ballade stevig in de verf gezet – heroïsch, overdreven, patriottische propaganda. (Spin-doctors, fake news: ook toen al zeer courant, sterker nog: door de afwezigheid van een onafhankelijke pers, hadden die vrij spel). Nadien heeft Willoughby ook nog enige tijd in Frankrijk zijn diensten betoond aan Henry de Navarre. Oh ja, hij was ook al eerder in de Nederlanden geweest, in 1582, in Antwerpen samen met de Duc d’Anjou… ook een bewogen periode, met de moordaanslag op Willem van Oranje en de dood van zijn vrouw: Charlotte de Bourbon (begraven in de Antwerpse kathedraal).

Ballade: The fifteenth day of July, with glist’ring sword…

Lord Willouhghby’s Welcome home. – een ‘pamflet’ (broadsheet). Eind 17de eeuw (Bodleian)

English summary

Peregrine Bertie, 13th Baron Willoughby de Eresby went to the Low Countries with the Earl of Leicester’s army in 1586. In March 1587 he was named General of the English forces assisting the Dutch Republic in its Revolt agains Spain. The Elizabethan song, known as ‘Lord Willoughby’s Welcome Home’ recounts that ‘The fifteenth day of July / with glistening spear and shield / A famous fight in Flanders / Was foughten in the field; / The most courageous officers / Were English Captains three; / But the bravest man in Battell / Was brave Lord Willougby’. This song probably refers to the successfull defense of the city of Bergen op Zoom in 1588, besieged by the army of Alexander Farnese (the Duke of Parma) Due to health problems, he asked to be relieved of his command and returned home in 1589 (The occasion for ‘Lord Willoughby’s Welcome Home‘) A little later he was sent back to the Continent, this time to help Henri de Navarre in France, from where he returned in 1590. He died in 1601.

In the Fitzwilliam Virginal Book, the title of Byrd’s set of variations is Rowland owing to the association of the melody with the popular jig Rowland and the Sexton (ca. 1591). It also is copied into Nevell, with the title: Lord Willobies Weclome Home. It also became popular on the Continent: O Nachbar Roland is the title of the opening song of the ‘jig’ and figuring as Canzon XXVIII in Samuel Scheidt’s Ludi Musici.

Full text van de ballade

RELIQUES
of
ANCIENT ENGLISH POETRY:
consisting of
OLD HEROIC BALLADS, SONGS,
AND OTHER PIECES,
of our
EARLIER POETS.
Together with some few of later date
and a copious glossary.

by THOMAS PERCY, D. D.
Bishop of Dromode.

[London, 1839]

De weg naar binnen

Op een normale zondag zorgt het betreden van de ruimte van de kerk bijna vanzelf voor de juiste sfeer. Het brengt je in de ‘stemming’ om Gods Woord te horen, Christus te ontmoeten. Nu het gebouw gesloten is, zullen we dus zelf moeten zorgen voor de juiste stemming. De teksten en de muziek die we u aanbieden, kunnen u helpen. Ze proberen elk op eigen wijze ‘de weg naar binnen’ te openen. Wie z’n innerlijk leven goed verzorgt, kan ook in het gewone leven tegen een stootje.

Orgel: Liebster Jesu wir sind hier (J.S. Bach)

J.S. Bach, Liebster Jesu, wir sind hier,. (BWV 731) – Emmanuel Van Kerckhoven – barokorgel Sint-Norbertuskerk.

Hieronder kunt u het gezang lezen waarop de compositie van Bach is gebaseerd. Een echt lied voor de zondagmorgen, een gezongen gebed bij de ‘opening van het Woord’. De tweede strofe is een gebed om ‘Verlichting’: hoe scherpzinnig het menselijke verstand ook is, hoeveel de wetenschap ook weet, om het ‘goede te doen’ is er nog net iets meer nodig: een innerlijk licht… U kunt dat mystiek invullen, of spiritueel, maar ook gewoon: menselijk. Naast het analyserende verstand bestaat er ook nog ziets als een ‘vernehmende Vernunft’ (onvertaalbaar, maar misschien zou het een “luisterende wijsheid” kunnen noemen). De liedcomponist (J.R. Ahle) meldt over de melodie dat hij ‘vooral op de lieflijkheid heeft gelet, zodat ook eenvoudige mensen deze goede woorden zich gemakkelijk kunnen toe-eigenen’. Gelukt, zou ik denken.

Gebed

Here Jezus, om uw woord
zijn wij hier bijeengekomen.
Laat in ‘t hart dat naar U hoort
uw genade binnenstromen.
Heilig ons, dat wij U geven
hart en ziel en heel ons leven.
Liebster Jesu, wir sind hier,
Dich und Dein Wort anzuhören;
lenke Sinnen und Begier
hin auf Dich und Deine Lehren,
dass die Herzen von der Erden
ganz zu Dir gezogen werden.
Ons gevoel en ons verstand
zijn, o Heer, zo zonder klaarheid,
als uw Geest de nacht niet bant,
ons niet stelt in ‘t licht der waarheid.
‘t Goede denken, doen en dichten
moet Gij zelf in ons verrichten.
Unser Wissen und Verstand
ist mit Finsternis verhüllet,
wo nicht Deines Geistes Hand
uns mit hellem Licht erfüllet;
Gutes denken, tun und dichten
musst Du selbst in uns verrichten.
O Gij glans der heerlijkheid,
licht uit licht, uit God geboren,
maak ons voor uw heil bereid,
open hart en mond en oren,
dat ons bidden en ons zingen
tot de hemel door mag dringen.
O Du Glanz der Herrlichkeit,
Licht vom Licht, aus Gott geboren,
mach uns allesamt bereit,
öffne Herzen, Mund und Ohren;
unser Bitten, Flehn und Singen
lass, Herr Jesu, wohl gelingen.
17de eeuw: tekst, Tobias Clausnitzer, melodie: Johann Rudolph Ahle. Vertaling: Ad den Besten

Evangelielezing: Johannes 10

Jezus sprak:
‘Waarachtig, Ik verzeker u: wie de schaapskooi niet binnengaat door de deur maar ergens anders naar binnen klimt, is een dief of een rover. Wie door de deur naar binnen gaat, is de herder van de schapen. Voor hem doet de bewaker open. De schapen luisteren naar zijn stem, hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen. Iemand anders volgen ze niet, ze lopen juist van hem weg omdat ze de stem van een vreemde niet kennen.’
Jezus vertelde hun deze gelijkenis, maar ze begrepen niet wat Hij bedoelde. Hij ging verder: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: Ik ben de deur voor de schapen. Wie vóór mij kwamen waren allemaal dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. Ik ben de deur: wanneer iemand door mij binnenkomt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden. Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar Ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid.’

Meditatie: Open de deur naar je eigen innerlijke ruimte

Bezinning bij de 4de PAASZONDAG – St. Norbertus door Lucas Lissnyder, pastor.

De lockdown waar we nu in leven doet mij sterk denken aan mijn eerste jaar noviciaat in de abdij, zoveel jaar geleden. Een jaar van bezinning, van ingroeien in de gemeenschap en een zeer gestructureerd gebedsleven zowel privé als gemeenschappelijk. De muren van de abdij vormden mijn gezichtseinder; daarbuiten kwam ik niet langer meer.
De novicen hadden ook een eigen kleine kapel op de noviciaatsgang waar alleen de eerstejaars kwamen. Rondom de deurstijl stond in gotische letter geschreven:” Ik ben de deur; wie door mij binnengaat zal worden gered.” Het is de evangelietekst van deze Paaszondag. Zo werden we uitgenodigd om ons te bekleden met de nieuwe mens, een kerklied dat we zo vaak gezongen hebben. Maar om daar aan toe te komen moet je eerst door je eigen deur binnen gaan. Je eigen innerlijke ruimte betreden en er goed rondkijken naar wat daar leeft.
Vele jaren later stelde ik wel eens de vraag aan groepen voor geloofsverdieping om te vertellen hoe hun innerlijke ruimte eruitzag? De soms aarzelende antwoorden waren zeer divers en uiteenlopend. In plaats van een beschrijving te geven is het makkelijker om een beeld te gebruiken voor die innerlijke ruimte. Zo herinner ik mij een aantal van die beelden zoals: “Een eindeloze oceaan met roofvissen op de loer, prachtige kleuren en zeer duistere afgelegen vlakten”; of “ Een afgesloten tuin met rozen en allerlei bloemen en ook braakliggende grond vol onkruid” of “ Een huis met vele kamers waarvan sommige afgesloten zijn omdat ik er niet naar binnen durf”; of nog “ Een verwilderd en verdord park waar stilte heerst”. Deze laatste dame had ooit een kindje verloren aan Wiegedood.
Wie door Jezus’ deur naar binnen gaat komt natuurlijk ook in zijn eigen innerlijke ruimte terecht. Maar Jezus gaat dan mee. Je hoeft dat dan niet langer alleen te doen. Op de moeilijke stukken van de weg kan Hij je dragen. Gesloten deuren kan Hij voor je open maken. Dorre grond kan Hij bezaaien…. De Dame met het gestorven kindje getuigde maanden later dat zij nu ervaarde dat haar jongetje veilig was aangekomen en rustte in Jezus’ armen.
“Ik sta aan de deur en klop”, zegt Jezus. Aan ons om Hem binnen te laten en Hem mee te nemen op levensavontuur. Een avontuur dat nooit eindigt want ook de laatste deur opent Hij voor ons, met uitzicht op het paradijs.
Laten we in deze tijd en in het licht van Pasen, ook onze innerlijkheid verkennen en als het kan Jezus uitnodigen om mee naar binnen te gaan. Goede reis.

Lucas Lissnyder, Pastor.

Autres - HORTUS CONCLUSUS DU PRIEURE DE VAUBOIN - Beaumont-sur-deme
GIFU-KŌEN (Japan)

Gedicht: De langste reis (Dag Hammarskjöld)

De langste reis
is de reis naar binnen.
Wie zijn lot gekozen heeft,
en de tocht begonnen is
op zoek naar zijn eigen bodem
(is er een bodem ?).
Hij leeft nog midden onder u
maar staat ook buiten het leven,
geïsoleerd in uw gevoel
zoals een ter dood veroordeelde
of zoals hij, wiens naderend afscheid
hem al van tevoren toewijdt
aan de uiteindelijke eenzaamheid van ieder mens.

Tussen u en hem is afstand,
onzekerheid —
omzien.

Hij zelf zal u zien, 
almaar verder weg,
de lokroep van uw stemmen horen,
steeds zwakker.
The longest journey
Is the journey inwards.
Of him who has chosen his destiny,
Who has started upon his quest
For the source of his being
(Is there a source?).
He is still with you,
But without relation,
Isolated in your feeling
Like one condemned to death
Or one whom imminent farewell
Prematurely dedicates
To the loneliness which is the final lot of all.

Between you and him is distance,
Uncertainty —
Care.

He will see you withdrawing,
Further and further,
Hear your voices fainting,
Fainter and fainter.
(uit Merkstenen, 1964 (origineel is Zweeds). De engelse vertaling is van W.H. Auden (Markings)

Korte toelichting : Na het overlijden van Dag Hammarskjöld (1905-1961 – secretaris-generaal van de VN) werd een dagboek gevonden. Daaruit bleek – tot verbazing van velen – dat deze topdiplomaat er een rijk innnerlijk leven op nahield. De notities werden in 1963 door W.H. Auden gepubliceerd onder de titel: Markings. Zelf typeerde Hammarskjöld zijn notities (in een ongedateerde brief die bij het typoscript zat) als: ‘…een soort witboek over mijn onderhandelingen met mijzelf – en met God’. Dit gedicht dateert uit de tijd vlak voor hij het ambt van secretaris-generaal kreeg aanvaardde. Het dagboek schetst een mens, die de kracht om het vol te houden in zijn publieke functie (hij zag het als een ‘ambt’) put uit een diep innerlijk leven. Meer info: https://blog.wursten.be/dag-hammarskjold/

Goede reis en hopelijk tot spoedig ziens…

Ist Gott für mich (Rowland-Byrd en Gerhardt)

Waarom zingen wij ?

Sommige mensen zingen om hun geloof te uiten. En daar is niets mis mee. Waar het hart vol van is, daarvan stroomt de mond over. Echter, soms worden de rollen omgedraaid. Er zijn liederen die het geloof zo verwoorden, dat je – al zingend – opeens vaststelt dat je niet meer bezig bent je geloof te uiten, maar te innen, toe te eigenen. Door een geheim verbond tussen tekst en melodie maak je je al zingend de boodschap eigen: Wat je zingt wordt waar terwijl je het zingt, doordat je het zingt. Een meester in het dichten van zulke liederen was Paul Gerhardt (1607-1676): Objectief verkondigend en tegelijk persoonlijk aansprekend, warm. In dit lied vertolkt hij de boodschap van Romeinen 8,31-39: ‘Als God voor mij is, wie zal tegen mij zijn?’ Ja zelfs als alles op aarde (en in de hemel, en in het dodenrijk) samenspant om mij kapot te maken – en Gerhardt weet waarover hij schrijft – , dan nog ben ik zeker dat niets mij zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus…, de passage waar Frans Van Looveren over mediteert.

Een lied van Paul Gerhardt: Is God de Heer maar voor mij….

De melodie waarop dit lied gezongen wordt, gaat terug op een Engelse ballade uit de jaren 1590, die door Engelse toneelspelers vaak is gebruikt om teksten op te zetten (en te laten zingen). Beroemde musici als William Byrd, John Dowland, en Samuel Scheidt hebben deze melodie bewerkt. Ze staat bekend als ‘Rowland‘ (Fitzwilliam Virginal Book) en/of ‘Lord Willoughby’s Welcome Home (My Lady Nevell’s Book). Die Lord Willoughby was overigens de Engelse legeraanvoerder die in 1588 bij Bergen op Zoom de opmars van Alexander Farnese heeft gestuit, drie jaar na de Val van Antwerpen. Meer over die Lord en de ballade leest u hier

De uitvoering door The Playfords geeft aan de melodie haar originele cadans terug: die van een dans, heel toepasselijk voor het laatste couplet. De gezongen – Duitse – tekst (5 coupletten) kunt u in de video meelezen. De vertaling vindt u hieronder. De video bevat ook nog wat achtergrondinfo.

Tekst: Is God de Heer maar voor mij (Epistellezing: Romeinen 8, 31-39)

Paul Gerhardt’s Trost- und FreudenliedUit Romeinen hoofdstuk 8
 Ist Gott für mich so trete
gleich Alles wider mich,
so oft ich sing und bete,
weicht Alles hinter sich.
Hab ich das Haupt zum Freunde
und bin geliebt bei Gott,
was kann mir tun der Feinde
und Widersacher Rott?
Is God de Heer maar voor mij,
wat zou mij tegen zijn?
Ik roep: ach Here, hoor mij!
en wat mij kwelt wordt klein.
al heeft zich ook verheven
de macht van hel en dood,
ik heb voor heel mijn leven7
in God mijn bondgenoot.
Nun weiß und glaub ich feste,
ich rühm’s auch ohne Scheu,
daß Gott, der Höchst und Beste,
mein Freund und Vater sei,
und daß in allen Fällen
er mir zur Rechten steh,
und dämpfe Sturm und Wellen
und was mir bringet Weh. 
Dit weet ik vast en zeker,
dat mij de Heer bemint,
dat Hij mijn deel, mijn beker,
mijn Vader is, mijn vriend,
dat Hij geen kwaad kan willen,
dat Hij mij bij wil staan,
dat Hij de storm zal stillen,
mijn vijand zal verslaan.
Die Welt die mag zerbrechen,
du stehst mir ewiglich,
kein Brennen, Hauen, Stechen
soll trennen mich und dich;
kein Hunger und kein Dürsten,
kein Armuth, keine Pein,
kein Zorn der großen Fürsten
soll mir ein Hind’rung sein.
Wat er mij ook gebeure,
in eeuwigheid zijt Gij,
en wat ter wereld, Here,
zou scheiden U en mij?
Al tonen zich verbolgen
de groten van de tijd,
geen honger of vervolging,
niets dat mij van U scheidt.
Kein Engel, keine Freuden,
kein Thron, kein Herrlichkeit,
kein Lieben und kein Leiden,
kein Angst und Herzeleid,
was man nur kann erdenken,
es sei klein oder groß,
der’r keines soll mich lenken
aus deinem Arm und Schoß.
‘t Zij engelen of machten,
Gij maakt mij van hen vrij.
Der diepten donk’re krachten,
der hoogten hovaardij,
zij mogen mij verdrukken
en doden, Gij houdt stand;
zij kunnen mij niet rukken,
Heer Jezus, uit uw hand.
Mein Herze geht in Sprüngen?
und kann nicht traurig sein,
ist voller Freud und Singen,
sieht lauter Sonnenschein.
Die Sonne, die mir lachet,
ist mein Herr Jesus Christ;
das, was mich singen machet,
ist, was im Himmel ist.
 Mijn hart wil blij opspringen,
het kan niet treurig zijn,
ik lach en loop te zingen
in louter zonneschijn.
De zon die staat te stralen,
o Jezus, dat zijt Gij.
Ik dank U duizendmalen,
wat zijt Gij goed voor mij!
Evang.-Lutherisches Gesangbuch 395
selectie van de coupletten
Paul Gerhardt, Christliches Trost- und Freudenliedm aus dem 8. Capitel an die Römer. Eerste editie in Johann Crüger, Praxis Pietatis Melica (Berlin, 1653). Nederlands: Liedboek voor de Kerken, gezang 90, vertaling: Ad den Besten. Meer over Paul Gerhardt kunt u hier lezen.

Gij hebt, o God, dit broze
bestaan gewild,
hebt boven ‘t nameloze
mij uitgetild, –

laat mij dan dankbaar leven
de volle tijd,
geborgen in de beven-
de zekerheid,

dat ik niet uit dit smal en
onvast bestand
van mijn bestaan zal vallen
dan in uw hand.


Lied: In dir ist Freude / Geest van hierboven

Giovanni Gastoldi componeerde en publiceerde in 1591 het amoureuze dansliedje ‘O Lieta vita’ ( Baletti a cinque voci… per cantare, sonare e ballare… om te zingen, spelen en dansen.) Het werd een echte hit, 4 eeuwen geleden. Ieder land en iedere taal deed er het zijne mee. Het Italiaanse origineel is een loflied op de Liefde (Amor) die ons uitnodigt tot een ‘vreugdevol leven’ (lieta vita). Ook de kerk wilde de aanstekelijke melodie niet links laten liggen. Nicolaus Lindemann dichtte het ernstig-opgewekte lied: ‘In dir ist Freude / in allem Leide, O du süsser Jesu Christ!’ (in Amorum Filii Dei Decades Duae (3 delen: Erfurt, 1594, 1596, 1598 – vol religieuze contrafacten van Italiaanse madrigalen). Dit was toen dus een modern geestelijk liedje. Ook hier is Romeinen 8 prominent aanwezig. Dit lied werd in Duitsland een klassieker. Bachs koraalbewerking uit het Orgelbüchlein is zeer bekend èn geliefd.

Eind jaren 1960 gaf de liedboekcommissie in Nederland Muus Jacobse de opdracht om het lied van Lindemann te bewerken voor het Nieuwe Lieboek (1973). Een bewerking lukte niet,. Een lied kwam er echter bijna vanzelf uit… Het is een topper geworden, ‘Geest van hierboven, leer ons geloven, hopen, liefhebben door uw kracht’ (Liedboek gezang 477 / Zingt Jubilate 433). Het eerste couplet klnkt nu als een Pinksterlied, maar zeker in het tweede couplet klinkt nog steeds de krachtige belijdenis van Paulus door uit Romeinen 8.

De uitvoering vindt plaats in een oecumenische viering ter ere van het Lutherjaar (2017) in Nürnberg. Lastig zingen, zo’n dansliedje met een volle kerk en royale akoustiek, maar met een goed koor en Cappela della Torre op period instruments kom je een heel eind.

Tekst: Duits-Nederlands

In dir ist Freude
in allem Leide,
O du süsser Jesu Christ!
durch dich wir habben
himmlische Gaben,
der du wahrer Heiland bist:
Hilfest von Schanden,
rettest von banden;
wer dir vertrauet,
hat wohl gebauet,
wird ewig bleiben.
Halleluja.
Zu deiner Güte
steht unser Gmüte,
An dir wir kleben
in tod und Leben,
nichts kann uns scheiden.
Halleluja
Geest van hierboven,
leer ons geloven,
hopen, liefhebben door uw kracht!
Hemelse Vrede,
deel U nu mede
aan een wereld die U verwacht!
Wij mogen zingen
van grote dingen,
als wij ontvangen
al ons verlangen,
met Christus opgestaan.
Halleluja !
Eeuwigheidsleven
zal Hij ons geven,
als wij herboren
Hem toebehoren,
die ons is voorgegaan.
Halleluja !
 Wenn wir Dich haben,
kann uns nicht schaden
Teufel, Welt, Sünd oder Tod;
Du hast’s in Händen,
kannst alles wenden,
wie nur heißen mag die Not.
Drum wir Dich ehren,
Dein Lob vermehren
mit hellem Schalle,
freuen uns alle
zu dieser Stunde.
Halleluja!
Wir jubilieren
und triumphieren,
lieben und loben
Dein Macht dort droben
mit Herz und Munde.
Halleluja.
Wat kan ons schaden,
wat van U scheiden,
Liefde die ons hebt liefgehad ?
Niets is ten kwade,
wat wij ook lijden,
Gij houdt ons bij de hand gevat.
Gij hebt de zege
voor ons verkregen,
Gij zult op aarde
de macht aanvaarden
en onze koning zijn.
Halleluja !
Gij, onze Here,
doet triomferen
die naar U heten
en in U weten,
dat wij Gods zonen zijn.
Halleluja !

Geniet van uw zondag, en het leven dat God u geeft…

liedkeuze en toelichting: Dick Wursten

3 mei (aankondiging)

4de Paaszondag: Lucas Lissnyder zal naar aanleiding van de Evangelielezing mediteren over ‘de weg naar binnen’.
Emmanuel Van Kerckhoven speelt ‘Liebster Jesu, wir sind hier‘ (J.S. Bach), een gebed om Verlichting.

Muziek en bezinning komen ‘online’ om 09u30


Om het wachten te verzachten kunt u luisteren naar een aria uit de cantate Schmücke dich, o liebe Seele (BWV 180), een danklied voor de ‘lieve zon, het licht des levens’ (in de tekst is dat natuurlijk… Jezus, die net als de zon met zijn warmte ons leven verlicht). De solist van dienst is Maria Christina Kiehr.

Christ lag in Todesbanden (D-NL)

Tekst van de Bach-cantate (BWV 4)

Bespreking van de cantate en deze tekst vindt u hier.

1. Sinfonia
Violino I/II, Viola I/II, Continuo
 
2. Versus 1
S A T B (+ Cornetto, Trombones
Violino I/II, Viola I/II, Continuo
 
Christ lag in Todes Banden
für unsre Sünd gegeben.
Er ist wieder erstanden
Und hat uns bracht das Leben.
Des wir sollen fröhlich sein,
Gott loben und ihm dankbar sein
Und singen: Halleluja!
Halleluja!
1 Christus lag in de dood gebonden,
Hij gaf zich voor onze zonde.
Hij is verrezen, de Heer,
en schenkt ons nu het leven weer.
Laten wij dus vrolijk zijn,
God loven en hem dankbaar zijn
en zingen : halleluja.
Halleluja !
  
3. Versus 2
S + Cornetto, A + Trombone,
Continuo
 
Den Tod niemand zwingen kunnt
bei allen Menschenkinder.
Das macht alles unsre Sünd,
Kein Unschuld war zu finden.
Davon kam der Tod so bald
Und nahm über uns Gewalt,
Hielt uns in seinem Reich gefangen.
Halleluja!
2 Niemand kan op tegen de dood,
geen enkel mens op aarde;
Dat komt omdat door onze zonde
de onschuld is verdwenen.
Zo kwam de dood al snel aan zet
en heeft ons onderworpen,
hield ons onder zijn bewind gevangen.
Halleluja! (Kyrieleis)
  
4. Versus 3
T, Violino I/II, Continuo
 
Jesus Christus, Gottes Sohn,
an unser Statt ist kommen
und hat die Sünde weggetan,
damit dem Tod genommen
all sein Recht und sein Gewalt;
Da bleibet nichts denn Tods Gestalt;
Den Stachl hat er verloren.
Halleluja!
3 Jezus Christus, de Zoon van God,
is op onze plaats gaan staan
en heeft de zonde weggedaan.
Zo heeft hij van de dood
de rechtsmacht afgenomen.
Hem rest enkel uiterlijk vertoon:
De angel is eruit.
Halleluja!
  
5. Versus 4
S A T B, Continuo
 
Es war ein wunderlicher Krieg,
da Tod und Leben rungen.
Das Leben behielt den Sieg;
es hat den Tod verschlungen.
Die Schrift hat verkündigt das,
wie ein Tod den andern fraß,
ein Spott aus dem Tod ist worden.
Halleluja!
4 Het was een wonderlijk gevecht,
toen dood en leven worstelden.
Het leven behield de overhand
en heeft de dood verslonden.
De Schrift verkondigt dat
– toen de ene dood de ander vrat –
er met de dood gelachen mag worden.
Halleluja!
  
6. Versus 5
B, Violino I/II, Viola I/II, Continuo
 
Hier ist das rechte Osterlamm,
davon Gott hat geboten.
Das ist hoch an des Kreuzes Stamm
in heißer Lieb gebraten.
Das Blut zeichnet unser Tür;
Das hält der Glaub dem Tode für.
Der Würger kann uns nicht mehr schaden.
Halleluja!
5 Hier is het ware paaslam,
zoals God het heeft bevolen.
Het is hoog aan de stam van het kruis,
met vurige liefde gebraden.
Zijn bloed markeert nu onze deur
Daarmee bezweert het geloof de dood.
De verderver kan ons niet meer schaden.
Halleluja!
  
7. Versus 6
S T, Continuo
 
So feiern wir das hohe Fest
Mit Herzensfreud und Wonne,
Das uns der Herr erscheinen läßt;
Er ist selber die Sonne,
Der durch seiner Gnaden Glanz
Erleuchtet unsre Herzen ganz;
Der Sünden Nacht ist verschwunden.
Halleluja!
6 Laat ons dan vieren ‘t hoge feest
verheugd van hart en blij van geest:
Het is de Heer die ons dit geeft.
Hij is het licht, hij is de zon,
Die met de glans van zijn genade
onze harten weer laat stralen:
De nacht der zonde is verdreven.
Halleluja!
  
8. Versus 7
S A T B, Continuo (+ Instr)
 
Wir essen und leben wohl
In rechten Osterfladen
Der alte Sauerteig nicht soll
Sein bei dem Wort der Gnaden.
Christus will die Koste sein
Und speisen die Seel allein,
Der Glaub will keins andern leben.
Halleluja!
7 Wij eten en leven goed:
in echte Paaskoeken
kan geen oud zuurdeeg zitten
tegelijk met het genadewoord.
Christus wil tot lafenis
en spijs voor onze zielen zijn:
Van iets (iemand) anders wil het geloof niet leven.
Halleluja!

Nederlandse vertaling: Dick Wursten
Voor zingbare versies, zie Liedboek 1973 (J.W. Schulte Nordholt, Die in de dood gebonden lag) en Liedboek 2003 (Jaap Zijlstra, Christus lag in de dood terneer).